Ik ben geboren in Delfzijl.
Het is een leuke stad om in op te groeien.
Vrienden uit de wat grotere steden zeggen me dat het saai is.
Of eng, kaal, niets.
Maar dat kan je over elke stad wel zeggen.
Ik zie een plek met veel karakter, met mensen met verschillende persoonlijkheden.
Ik zie iets in plaats van niets.

Op een dag maak ik binnen dertig seconden de beslissing.
Ik ga weg hier.
De afgelopen zestien jaren waren fijn, maar ik heb een doel voor ogen en dat doel past niet bij deze kleine stad.
Muziek maken en theater, dat is wat ik wil.

Mijn vader woont in de Randstad.
Al een paar keer eerder vraagt hij me of ik een tijdje bij hem wil komen wonen.
Maar ik moet wel eerst een opleiding vinden.
In Almere vind ik er één die naadloos aansluit op mijn passie.
De opleiding tot artiest.
Snel stop ik al mijn spullen in tassen.
Zo verhuis ik, vlak voordat het eerste vak begint in september, met de trein naar Almere.

Een nieuwe, grote en vreemde stad, met nieuwe en vreemde mensen.
Hier pas ik wel tussen, denk ik.
Maar het duurt even voordat ik mijn draai kan vinden.
Al die mensen die ik mijn hele leven al ken, waar ik een goede band mee heb opgebouwd, zie ik ineens veel minder.
En dat is wennen.
Ik moet actief mogelijkheden creëren om ze zo vaak mogelijk te zien.

Ook hier leer ik mensen kennen, bouw ik een netwerk op.
Langzaam wen ik aan de stad.

Almere heeft me nog veel meer te bieden, denk ik.
Ik leg mezelf op dat ik de stad, die nu ook van mij is, moet blijven leren kennen.
Ik moet blijven ontdekken.
Blijven waarderen.
Blijven.

Het voelt hier nog niet per se als thuis, maar het is wel een plek waar ik me prettig voel.
Almere is eigenlijk een grotere versie van Delfzijl, al mist het misschien wat persoonlijkheid.
Ooit zal het mijn thuis wel worden, denk ik.

 

– Het verhaal van Jaïr